Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Als nu Aaron en zijn zonen, het dekken van het heiligdom, en van alle gereedschap des heiligdoms, in het optrekken des legers, zullen voleind hebben, zo zullen daarna [22]de zonen van Kahath komen [23]om te dragen; maar zij zullen dat heilige [24]niet aanroeren, [25]dat zij niet sterven. Dit is de [26]last der zonen van Kahath, in de tent der samenkomst. 22. Naderhand hebben de priesters, vermenigvuldigd zijnde, deze dingen ook gedragen. Zie Deut.31:9; Joz.3:6, en Joz.8:33; 1 Sam.4:4; 1 Kron.15:11,12. Hoewel het schijnt dat de Levieten niet geheel uitgesloten waren; 2 Kron.5:5. 23. Te weten, op hun eigen schouders. Zie onder, hfdst.7 vs.9, en niet op wagens; welke orde de Israelieten niet onderhouden hebben; 2 Sam.6:3,6,7; 1 Kron.13:7, en 1 Kron.15:12,13,14,15. 24. Zie onder, vs.20. 25. Zie 1 Sam.6:19 welke straf den Bethsemieten wedervaren is, omdat zij in de ark des Heeren gezien hadden, en 2 Sam.6:6,7, wat Uzza overkomen is, toen hij de ark des Heeren aanroerde. 26. Dat is, hetgeen zij bezorgen en dragen moesten.